Op de laatste zondag van maart [2021] gaf Herman Wijffels, in het televisieprogramma Buitenhof , een reactie op het uitlekken van notities rondom de formatie van een nieuw kabinet. Hij sprak daarbij over de oude, klassieke bestuursstijl waarbij van bovenaf alles onder controle gehouden wordt. Wijffels kwalificeerde dit als een ‘industriële bestuursstijl’. Hij pleitte ervoor om deze bestuursstijl te vervangen door een open bestuursstijl waarin ruimte is voor een echte dialoog tussen regering en parlement om zo samen tot oplossingen te komen. Een open verhouding tussen de regering en het parlement dus. Een verhouding ook waarbij (dus) maatwerk mogelijk is. We staan, aldus Wijffels, op een kruispunt. Het was alsof ik een weerspiegeling van mijzelf in het wateroppervlak zag. Vervang het onderwerp ‘bestuur’ door ‘onderwijs’ en ik zie eenzelfde kruispunt. Regelmatig duikt in de onderwijswereld, van primair onderwijs tot universitaire onderwijs, de vergelijking met een boom op. De stam dient eerst stevig genoeg te zijn, waarna er takken aan kunnen groeien. Deze takken kunnen vervolgens bladeren dragen. De boom kan tot grote hoogte groeien, maar kan ook kleiner blijven. De stam staat hier voor een bepaalde vorm van basiskennis. De takken en de bladeren voor steeds verdergaande specialisatie en expertise in een bepaald onderwerp. Een leerling/student die in staat is om de basiskennis goed eigen te maken kan vervolgens tot grote hoogte reiken. Deze vergelijking met een boom houdt er ook rekening mee dat er bij leerlingen en studenten ook factoren een rol spelen waar de docent geen (of weinig) invloed op kan uitoefenen. De boom dient immers goed geworteld te zijn. Wie een ‘steunvolle’ omgeving heeft, heeft minder kans om te waaien bij een stevige tegenwind. Onderwijs vanuit deze metafoor inrichten gaat er vanuit dat het doel van onderwijs vooral het kwalificeren van leerlingen en studenten is. De docent stelt leerdoelen op en geeft aan welke leeractiviteiten door een leerling/student gevolgd moeten worden om deze leerdoelen te bereiken. Daarmee groeien de ‘jaarringen’ in de boomstam. Door de leerling/student te laten zien hoe hij/zij zaken kan aanpakken, levert een docent gedurende dit leerproces ook een belangrijke bijdrage aan de socialisatie van de leerling/student. Op deze manier denken over onderwijs kan nuttig zijn, maar vertelt niet het hele verhaal. Onderwijspedagoog Gert Biesta ziet immers, naast kwalificatie en socialisatie, nog een derde doel van onderwijs: subjectivering (of persoonsvorming). Zelf echt op een creatieve manier leren nadenken en een kritische blik op de wereld ontwikkelen laat zich, althans in mijn ervaring, niet zo gemakkelijk inpassen in deze boomstructuur. Denken over onderwijs als ‘boom’ is hetzelfde als denken over bestuur als ‘industrieel’. De wereld verandert steeds sneller en vraagt weliswaar om een stevige basis en voldoende kennis, maar ook om het vermogen om buiten de lijntjes te durven kleuren. En belangrijker nog: om te leren om te gaan met anderen die ook buiten de lijntjes kleuren. Waar Biesta echter voor waarschuwt is, dat de verleiding op de loer ligt om bij onderwijsvernieuwingen te reactief te zijn. En ik denk dat hij gelijk heeft wanneer hij stelt dat dit er vaak toe leidt dat mensen te snel zeggen dat iets ‘oud’ en dus ‘niet meer goed’ is, en daarmee (letterlijk) het kind met het badwater weggooien. Om het onderwijs te innoveren met als doel het echt te verbeteren moet dus niet beginnen bij de vraag hoe mooie technieken kunnen worden toegepast. Om echt beter onderwijs mogelijk te maken moet men juist eerst terug naar twee fundamentele basisvragen: ‘wat wil ik/ willen wij bereiken met ons onderwijs?’ en ‘hoe leren mensen eigenlijk?’. Ik vind het essentieel om over deze vragen in gesprek te gaan wanneer, nu en in het verleden, aan mij gevraagd werd om mee te denken hoe problemen konden worden opgelost en verbeteringen konden worden aangebracht. Zowel in de gezondheidszorg als in het onderwijs. De eerlijkheid gebiedt mij wel te zeggen dat ik daarin door schade en schande wijs ben geworden. Inmiddels heb ik geleerd om, ondanks mijn enthousiasme, ook wat vaker achterom te kijken of mensen mijn stappen op het pad voorwaarts nog wel kunnen volgen. Steeds beter ben ik gaan beseffen dat het belangrijk is om, vanuit de context die uit dit soort gesprekken blijkt, de volgende stap te zetten door te spreken over wat er gedaan moet worden om te kunnen leren en wat daarvoor nodig is. Vanuit een dialoog tot oplossingen komen dus. Een oplossing waar we naar op zoek moeten is in welke richting we met ons onderwijs moeten. De wereld om ons heen verandert in snel tempo. Vasthouden aan een industrieel model, of het nu gaat om bestuur of om onderwijs, gaat ons niet verder helpen. Onderwijsexperts als George Siemens en Dave Cormier wijzen erop dat er de afgelopen jaren een omslag is geweest. Een wereld waarin kennis schaars was, en men afhankelijk was van experts om deze kennis op te doen, is veranderd in een wereld waarin er een overvloed aan kennis is. Het internet speelt daarbij een belangrijke rol. Informatie is een muisklik weg. Maar hoe deze informatie gebruikt kan worden om oplossingen te vinden voor de problemen van vandaag is een heel ander vraagstuk. Juist hierbij komt de derde functie van onderwijs volgens Biesta om de hoek kijken. Om de problemen van vandaag, moet onze toekomstige generatie leren om met een volwassen blik naar de wereld te kijken. Een wereld die niet alleen bestaat uit problemen die eenduidige goed-en-fout antwoorden vragen. Een wereld waarin steeds vaker complexe problemen op de voorgrond staan en waarin het speelveld steeds verandert. Cormier roept ons op om deze onzekerheden te (leren) omarmen. Volgens Cormier zijn er simpele (eenduidige) vraagstukken. Hiervoor is een duidelijk antwoord te geven. Dit antwoord is juist of onjuist. Daarnaast zijn er gecompliceerde(re) vraagstukken, waarbij mensen verschillende stappen moeten zetten om tot een oplossing te komen. Ieder van deze stappen kan juist of onjuist zijn. Uitsluitend een aaneenschakeling van sub-stappen leidt dan tot een goede uitkomst. Soms zijn er meerdere uitkomsten mogelijk, maar van iedere uitkomst afzonderlijk kan worden bepaald of deze ‘juist’ of ‘niet juist’ is. Deze twee typen vraagstukken passen uitermate goed bij de eerder beschreven ‘boom-metafoor’. De uitkomsten zijn meetbaar. Met behulp van de antwoorden die leerlingen/studenten geven kan iets geconcludeerd worden over de robuustheid van de stam en de kleur van de bladeren. Om de complexe vraagstukken in onze wereld tegemoet te treden moeten leerlingen/studenten leren accepteren dat er niet altijd een goed of fout antwoord is op een probleem Cormier moedigt het onderwijs aan om leerlingen/studenten te leren om antwoorden te vinden, en niet om hèt antwoord te zoeken. Volgens hem moeten leerlingen/studenten leren omgaan met complexiteit. De ‘boom-metafoor’ gaat hier niet op. Het zoeken naar antwoorden bij dit soort complexe vraagstukken laat zich niet meten. Maar in het plantenrijk zijn ook andere planten te vinden met een andere structuur. Gember bijvoorbeeld groeit op een andere manier dan een boom. Delen van de gember zijn met elkaar verbonden en schieten op verschillende plekken boven de grond uit. Wanneer je echter een deel scheidt van dit netwerk van delen groeit deze weer uit tot een nieuw netwerk. Zaag de stam van een boom af en de boom sterft af. Cormier maakt, in navolging van de Franse filosofen Deleuze en Guattari, daarom de vergelijking met dit type rhizomes om aan te geven hoe leren in complexe situaties werkt. Hij stelt daarbij dat, omdat de wereld steeds sneller verandert, het belangrijk is dat leerlingen/studenten niet alleen bewustwording wordt bijgebracht dat zij een leven lang zullen moeten blijven leren en ontwikkelen, maar ook de middelen moet bijbrengen om hiertoe in staat te zijn. Dit betekent dus dat onderwijs veel meer moet behelzen dan het overbrengen van kennis en het aanleren van vaardigheden. Dit is nog steeds belangrijk, een leerling/student dient immers nog steeds goed gekwalificeerd te zijn. Maar daarnaast moeten leerlingen/studenten leren om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. Docenten dienen hen hiertoe uit te nodigen. Pas wanneer we in ons onderwijs ook gerichte aandacht besteden aan deze dimensie van leren, en dus afstappen van ons idee van onderwijs als een ‘boom’ die groeit, doen wij recht aan de door Biesta geformuleerde derde functie van onderwijs. We leren de volwassenen van morgen om echt op een volwassen manier in de wereld te staan. En op een volwassen manier om te gaan met de veranderingen en onzekerheid in deze wereld. Meer lezen over de uitgangspunten en principes van rhizomatic learning? Klik hier.
0 Comments
Hoewel het einde van dit bewogen schooljaar nadert en ik echt wel toe ben aan vakantie, is dit ook de tijd van reflecteren en vooruitkijken. De periode waarin het onderwijs vrijwel geheel online moest plaatsvinden, zorgde er ook voor dat ik na ben gaan denken over de manier waarop ik mijn leereenheden vorm geef. Ik wilde in ieder geval een duidelijkere integratie tussen de basiskennis (oriëntatiekennis) en de concepten van historisch denken. Ook wil ik leerlingen steeds vaker kennis laten maken met de verschillen tussen eenvoudige problemen (waarvoor één oplossing/ antwoord is), gecompliceerde problemen (waarbij een aantal stappen moeten worden doorlopen om tot een juist antwoord te komen) en complexe problemen (waarvoor niet één oplossing mogelijk is, maar het nodig is om met anderen samen na te denken over mogelijke oplossingen). Deze laatste categorie problemen en vragen krijgen naar mijn smaak te weinig structurele aandacht in ons voortgezet onderwijs. En dat terwijl de wereld om ons (en onze leerlingen) heen steeds sneller veranderd. Er zijn nog steeds vele eenvoudige problemen die opgelost moeten worden en er is zeker nog steeds behoefte aan 'kant-en-klare' kennis. Het aantal complexe problemen waar onze toekomstige generatie mee geconfronteerd wordt neemt echter ook toe. Onze leerlingen zullen voorbereid moeten zijn op een wereld waarin lang niet alles gelijk duidelijk en maakbaar is.
Via leereenheden zoals deze probeer ik stap voor stap een impuls te geven aan de ontwikkeling van onze leerlingen zodat zij met een kritische blik, en gebruikmakend van de diversiteit aan ideeën, in deze wereld kunnen staan. Een wereld die veranderd is van 'een wereld waarin informatie en kennis een schaars goed was' in een wereld met een overvloed aan informatie en kennis. Meer weten over de verschillen tussen het onderwijs in 'de oude wereld' en deze nieuwe wereld? Kijk bijvoorbeeld eens hier of lees dit artikel. CategoriesHalverwege maart ging de school dicht en moest fysiek onderwijs plaatsmaken voor online lessen. Een grote opgave voor collega's in het hele land, zeker voor diegenen die zich als een vis in het water voelen wanneer er niet teveel aan de 'veiligheid van frontaal onderwijs kunnen geven' wordt getornd. Voor een docent die al veel gebruik maakte van digitale hulpmiddelen tijdens zijn lessen, zoals ik, zou het allemaal wel meevallen dacht ik nog. Niets is minder waar. Het is toch echt anders of je lesmateriaal (al dan niet ondersteund door verschillende digitale hulpmiddelen) ontwikkeld met blended learning als uitgangspunt, of je moet je lessen zo herschrijven dat leerlingen zich deze echt zelfstandig kunnen volgen. Het kost niet alleen een investering in tijd, maar vooral ook een herijking van de visie op onderwijs.
Vandaag zijn de meeste van mijn 287 leerlingen begonnen aan een mix van online, zelfstandig (t)huiswerk en contactmomenten in (aangepast) klassenverband. Ik ben benieuwd wat de aankomende tijd aan veranderingen blijken te blijven bestaan en welke krachten er worden ontketend om alles weer zo snel mogelijk 'back to normal' te (willen) krijgen. Ik hoop dat er ook ruimte blijft bestaan om het met elkaar te hebben over wat dit 'nieuwe normaal' op onderwijsgebied eigenlijk zou moeten zijn. Mid-March our school closed its doors. No more physical, face-to-face lessons. It appeared to be a major challenge for many teachers to rewrite their lessons to enable their students to continue their compulsory education online. Even for teachers like me who already used a lot a digital tools in their lessons this proved to be a time consuming endeavor. It is quite different whether you write a series of lessons from a blended learning point of view or you write it to followed completely online. Not only did this take time, but it also called for a reassessment of my vision on education. Today most of my 287 students started a mix of online, independent work at home and contact moments at school. I am curious about what changes will continue to exist in the near future and which forces will be unleashed to (want to) get everything 'back to normal' as soon as possible. I hope that there will also remain room to discuss what this 'new normal' in education should actually be. Mijn pogingen om online en face-to-face onderwijs te combineren zijn op mijn website te vinden/ My attempts to maintain a good balance between online and face-to-face learning can be found on my website: https://borsgeschiedenislokaal.weebly.com/borrsquos-leereenheden-borrsquos-learning-units-oer.html In januari van dit jaar ging er iets mis. De website die ik, in navolging van de woorden van Winston Churchill, met bloed, zwoegen, tranen en zweet had samengesteld ging op zwart. Wat er was gebeurd? Geen idee..... Al het lesmateriaal dat ik had samengesteld en alle leereenheden die ik had ontworpen waren in één klap verdwenen. Lange tijd kon ik het niet opbrengen om me ertoe te zetten met hetzelfde enthousiasme weer aan het publiceren te gaan. En toen brak de COVID-19 crisis aan. De school werd gesloten. Ik moest opnieuw op zoek naar manieren om mijn leerlingen te bereiken op een manier die geschikt was om te leren op afstand. En hier zijn we dan weer. Een nieuwe website, voor een nieuwe toekomst en met nieuwe energie.... In January of this year something went terribly wrong. The website that I had constructed went black. I still don’t know what happened but all the material that I had designed with ‘a Winston Churchill spirit of blood, toil, tears and sweat’ mentality was gone. For some time I could not bring myself to publish again with the same enthusiasm as before. And than the COVID-19 crisis came. The school was closed. I had to find new ways to reach my students again in a way that would enable them to keep on learning through distance learning. It was back to my pioneering times. And here I am. A new website, for a new future and with renewed energy.... Borsgeschiedenislokaal is (weer) open. Je vindt de website op/ you can find the website at: borsgeschiedenislokaal.weebly.com — Jasper de Boer (Bor) -- |